Frans Moors viert 40 jaar supportersclub Heuvelhof

Frans Moors, die al jarenlang voorzitter is van supportersclub Heuvelhof, krijgt in hBvL op zaterdag ruime aandacht n.a.v. het 40-jarig bestaan van zijn Lommelse supportersclub. Binnenkort geeft hij zijn voorzitterssjerp door aan Ronny Geysen na een periode met een lach en een traan.

De pionier van het eerste uur zag al vrienden van weleer wegvallen of afhaken, maar toch heeft hij een schat aan herinneringen. “Ik ben 28 jaar voorzitter geweest, dat is genoeg. Mijn opvolger Ronny is een fantastische organisator met veel aanzien in Lommel. Ook kent hij de noden en interesses van onze jongere leden.”

“Mijn mooiste herinnering blijft de bekerfinale op de Heizel in 2001. Toen vertrokken we aan het Heuvelhof met 18 bussen. Al verloren we toen met 1:0 van Westerlo, toch krijg ik nog steeds kippenvel als ik denk aan de groenwitte zee in Brussel.”, aldus de kranige zeventiger.

Ook werkte Frans destijds op Ford Genk want soms de nodige plaagstoten veroorzaakte: “Net voor een belangrijke clash voor de leidersplaats stond ooit in hBvL dat we als supportersclub slechts 10 leden telden, na een drukfout. Maar de 3:1 winst maakte alles goed en Lommel was toen één week lang koploper in de toenmalige eerste klasse. Ik was toen zo fier als een pauw tussen mijn collega’s.”

Supportersclub Heuvelhof legt nog altijd een bus in voor alle uitwedstrijden: “Dat klopt en in de loop der jaren zijn er veel onvergetelijke feestjes gebouwd op die bussen. Na een winstmatch was het de gewoonte dat de chauffeur bij het binnenrijden van Lommel een extra rondje op de rotonde deed. Daarbij is ooit alle drank uit de kofferruimte geknald. Het wegdek was bezaaid met kratten. Maar wonder boven wonder, er was geen enkel flesje kapot.”

Mindere momenten zijn voor Frans Moors die keren dat hij ooit op verplaatsing is moeten gaan lopen: “Ze hebben onze bussen ooit met stenen bekogeld. In Antwerpen, Charleroi, op Standard en jammer genoeg ook in Genk. Zelf ben ik nooit met geweld geconfronteerd geweest. Behalve die ene keer dat een madame me ergens in de Walen met een paraplu ferm op mijn kop sloeg. Ze had blijkbaar geen goed zicht op het veld.” (lacht)

Over de historiek vertelt Frans nog volgende anekdote: “Als jonge snaak ging ik altijd naar Pelt Fabriek kijken, want ik ben afkomstig van Overpelt. Maar in 1973 opende ik een café in Lommel en van het een kwam het ander. Ik was een bevoorrechte getuige toen SK en zijn legendarische voorzitter Zjang Vreys vanuit vierde klasse opklommen naar eerste nationale. Na het faillissement was onze fanclub voorstander van de fusie, want dan kregen we een doorstart in derde klasse. Anders was het vierde provinciale geweest. Zelf ben ik ook ooit op de vingers getikt omdat ik iets te cru was in mijn nieuwjaarsrede. Het zal me nu niet meer overkomen, op mijn leeftijd ben ik diplomatisch geworden.” (lacht)